Interview met Dwayne
“ROUW IS NIET IETS WAT JE MOET VERWERKEN ALSOF HET AFVAL IS”
Tijdens de coronaperiode, toen de dood plotseling overal om ons heen was, ontstond het eerste idee voor Skeletje bij Dwayne Toemere, Yannick Greweldinger en Lisa Groothof. In deze nieuwe kindervoorstelling van Theatergroep Grote Mensen en Maas theater en dans, onderzoekt Dwayne samen met zijn mede-makers hoe we omgaan met verlies, herinnering en het vieren van het leven.
Wat was de inspiratie achter Skeletje?
De inspiratie voor Skeletje is eigenlijk ontstaan tijdens corona. De dood was toen opeens alomtegenwoordig. We moesten ons verhouden tot het verlies van heel veel mensen tegelijk. En ook kinderen kregen daarmee te maken.
Ik merkte dat we ons als samenleving best onthand voelden. Hoe ga je om met zóveel dood en zóveel gemis, terwijl je elkaar niet eens mag vasthouden? En dat samen kunnen doen, dat miste ik enorm.
Toen ben ik gaan nadenken: wat weet ik eigenlijk zelf over dood en rouw vanuit mijn Surinaamse achtergrond? Hoe wordt daar mee omgegaan? En zo kwamen we op Día de los Muertos, het Mexicaanse feest waarop mensen hun doden herdenken. Niet met stilte, maar met kleur, eten, muziek, en samen zijn. Een feest dat juist gaat over het vieren van dat iemand er was.
Dat collectieve, dat gezamenlijke herdenken, een beetje als onze Koningsdag, dat raakte me. We wilden laten zien: gevoelens van rouw hoeven niet weggestopt of uitgegumd te worden. Zoals Manu Keirse zegt: “Je hoeft rouw niet te verwerken alsof het afval is, maar je kunt het een plek geven in je leven. En door er iets mee te dóen, een ritueel, een dans, een altaar bouwen, werkt dat helend.”
Waarom wilden jullie juist iets maken over leven, dood en herinnering?
Het begon dus bij corona, maar het is natuurlijk altijd actueel. Mensen blijven doodgaan. En nabestaanden blijven achter. De vraag hoe je daarmee omgaat, blijft.
Wij maken als theatergroep Grote Mensen graag voorstellingen over grote thema’s – maar dan in een klein formaat, voor kinderen. Eitje ging over de vraag ‘wat is kunst?’, Boef over goed en kwaad, en Skeletje gaat over leven, dood en herinnering.
We wilden dat niet zwaar maken, maar juist licht en visueel. Met onze mime-achtergrond kunnen we veel vertellen zonder woorden, maar met onze lichamen. Lichamen zijn namelijk universeel, we hebben er allemaal een.
Is het thema niet te eng?
Daarvoor hebben we gesprekken gevoerd met mensen die hier veel over weten. Met filosoof Stine Jensen bijvoorbeeld, die boeken schrijft over kinderen en rouw. En met rouwexpert Manu Keirse, die ons leerde dat ‘ontregeld zijn’ een normaal onderdeel van rouw is. We hebben ook gesproken met mensen uit de Mexicaanse gemeenschap, zodat we goed begrepen wat Día de los Muertos betekent en hoe we dat met respect kunnen gebruiken.
En ja, de Pixarfilm Coco was ook een inspiratiebron. Die laat zo mooi zien hoe je dood en herinnering aan kinderen kunt vertellen zonder dat het te zwaar wordt.
We hebben het ook getest. In try-outs speelden we voor jonge kinderen. We waren best zenuwachtig: zouden ze het eng vinden? Maar er werd juist veel gelachen! Ze leefden mee, ze luisterden, en ze stelden na afloop mooie vragen.
Het gaat voor de kinderen van deze leeftijd daarbij misschien niet of minder over de dood in de wereld, oorlog en collectieve rouw, maar wel over een huisdier, een verhuizing of het afscheid nemen van een oude knuffel.
In welke rol zie je jezelf in dit project? Maker, performer, onderzoeker of ervaringsdeskundige?
Alle drie, eigenlijk. We maken altijd collectief: we staan op de vloer, improviseren, verzamelen materiaal en bouwen daaruit de voorstelling. Dat voelt letterlijk als spelen als een kind in een speeltuin, waar je weet dat het veilig is en je van alles kan uitproberen.
Maar ik ben ook ervaringsdeskundige. Mijn moeder en mijn stiefmoeder zijn allebei overleden, kort na elkaar. Dat verlies draag ik met me mee, en dat speelde in dit proces een grote rol. Skeletje gaat niet alleen over een thema; het gaat ook over mensen die er niet meer zijn. En ook over onze eigen voorouders.
Om daar bewust mee om te gaan, begonnen we elke repetitie met het branden van een kaarsje. Even stilstaan bij wie er niet meer zijn, en bij onze intentie voor die dag. Een klein ritueel, maar heel belangrijk. Zo werkten we niet alleen aan een voorstelling, maar ook vanuit verbinding. Met elkaar en met de mensen die ons zijn voorgegaan.
Waarom hebben jullie gekozen voor Día de los Muertos als inspiratiebron?
Deze vorm van rouw is heel anders dan hoe het hier in het Westen gedaan wordt. Hier is de dood vaak een taboe, iets waar je liever niet over praat. Terwijl Día de los Muertos juist zegt: laten we het samen doen, laten we vieren dat iemand er was.
En ik herkende daar veel in vanuit mijn eigen Surinaamse cultuur. Ook wij branden kaarsjes voor onze voorouders, bedanken hen, houden ze aanwezig in ons leven. De uitbundigheid, de kleuren, de geuren – dat voelde vertrouwd.
Ik werk samen met verschillende inheemse gemeenschappen, onder andere met mensen uit Mexico via het Indigenous Network Amsterdam. Met hen heb ik spullen verzameld, verhalen gehoord, en versieringen gekregen voor onze voorstelling. Hun enthousiasme motiveerde me extra. Ze vonden het mooi dat we dit feest een plek geven in theater.
Die oranje cempasúchil-bloemen bijvoorbeeld, die symbool staan voor Día de los Muertos, doen me denken aan hoe Nederland oranje kleurt op Koningsdag. Diezelfde collectieve energie. Dat gevoel van: we vieren dit samen.
Wat hoop je dat het publiek meeneemt na het zien van Skeletje?
Het was na de try-outs al heel bijzonder om te merken dat kinderen meteen antwoord kunnen geven op de vraag: Van wie zou jij een fotolijstje neer willen zetten? Maar dat we ook samen met ze dansen op het eind en ons bottenlied met ze delen. Waarin we zingen: “schudden maar met die botten”. Waarmee het ook gaat over onze leven lijven die we hebben. Dat ze zich iemand herinneren én daarbij ook kunnen lachen, dansen, en ook even stilstaan.
We zien dat het werkt. Leerkrachten zeggen: “Dit is zo’n mooie ingang om over de dood te praten.” Ouders ook. Dat is precies wat ik hoopte: dat Skeletje iets in gang zet, een aanleiding om samen te praten over rouw, verlies en herinnering.
Ben je zelf ooit iemand verloren? En wat voor invloed heeft het maken van deze voorstelling op je eigen ervaring daarmee?
Ja. Mijn moeder en stiefmoeder overleden twee jaar geleden kort na elkaar en dat maakte de noodzaak om dit te maken eigenlijk nog groter. Zij nemen beiden nog steeds een belangrijke plek in mijn leven in.
Eén keer per jaar, met Día de los Muertos, bouwen we een altaar voor iedereen die we moeten missen. We zetten er foto’s neer, drinken thee, vertellen verhalen. Het is voor mij een belangrijk moment in het jaar geworden.
Is er nog iets wat je graag kwijt wil?
Ik voel vooral dankbaarheid. Voor het team van Maas, voor de mensen uit de inheemse gemeenschappen, en voor iedereen die dit project met zoveel liefde heeft omarmd.
Naast maker ben ik ook onderzoeker aan het lectoraat van de Academie voor Theater en Dans. Daar doe ik onderzoek naar rouw, verlies en regeneratie – hoe we goed voor onszelf en elkaar kunnen zorgen, en hoe we niet uitgeput raken, maar blijven groeien. Skeletje raakt direct aan die thema’s.
Het is een feest, maar ook een heling. Een manier om iets dat moeilijk is, samen te dragen. En dat is uiteindelijk wat ik hoop dat mensen meenemen: dat rouw er mag zijn, dat het iets is wat we kunnen delen, vieren en omarmen.
Van oktober 2025 t/m januari 2027 toert Skeletje door Nederland en België, bekijk hier de speellijst.
