In de klas

voor je gaat

Voordat je met jouw klas de voorstelling bezoekt, zijn er een aantal dingen die je kunt doen. Een leuke manier om de kinderen voor te bereiden op het bezoek is om de verschillende blokken te bekijken in dit plakboek. In de blokken vind je informatie en grappige feitjes over de voorstelling en de spelers, een quiz die de leerlingen zelf kunnen doen en nog veel meer. Kijk ook zeker samen de Klokhuis aflevering die over 155 gaat: NTR | Het Klokhuis - Uitzending - Dansgroep 155

Op deze pagina vind je daarnaast lesideeën om in de klas mee aan de slag te gaan, achtergrondinformatie en leuke reacties van andere scholen.

Lesideeën

De voorstelling Stuntkont van 155 biedt voldoende aanleiding om in gesprek te gaan met jouw klas. Dit geldt zowel voor onderbouwklassen als voor klassen met leerlingen uit de bovenbouw. Denk hierbij aan onderwerpen zoals: dansen, het lichaam, kwetsbaar zijn, vriendschap, samen spelen en plezier maken om laagdrempelig een gesprek te starten en om als inspiratie te dienen voor opdrachten. Klik hieronder op onderbouw of bovenbouw voor lesideeën:

Onderbouw

Thema’s: 

  • Dansen en het lichaam 
  • Grapjes
  • Kwetsbaar zijn 

Wat kan mijn lichaam?
Start een gesprek met leerlingen. Wat voor bijzondere dingen kan het lichaam? Waarom heb je spieren en waarom heb je botten? Waarom heb je eigenlijk een tong? Waarom zou je wimpers en wenkbrauwen hebben? En waarom is het gevaarlijk als je niet kunt ruiken of proeven? Hoe zou je lopen zonder grote teen? Niet ieder lichaam is hetzelfde. Waar de één heel lenig is, is de ander sterk. Misschien heb je wel minder goede ogen, of ben je geboren met iets bijzonders. Soms is er een operatie nodig om iets in het lichaam te herstellen. En als je ouder wordt, verandert je lichaam alsmaar. Jouw opa of oma was ooit zo klein als jij. Als je oud wordt, krijg je bijvoorbeeld grijs haar en rimpels. Wat vind jij bijzonder aan het lichaam?

Doen: Probeer samen onderstaande trucs. Maak bijvoorbeeld een kring. Sommige trucs kunnen op de plaats, voor een andere kun je een leerling uitnodigen in het midden van de kring of voorin de klas. Wie in de klas kan dit? 

Kan jij...?
Met je tong je neus aanraken / Je tong dubbelvouwen tot een tunnel / Fluiten / Snel een tongbreker uitspreken: "als een potvis in een pispot pist, heb je een pispot vol potvispis." / Met je linkerduim je linkerarm aanraken / Je elleboog likken / Met je voet je hoofd aanraken / Je benen in je nek leggen / Een spagaat maken / Een vogelnestje maken / Een handstand maken / Op je hoofd of handen staan / Duel: wie kan het langste op één been staan? / Bonus: een boer op commando laten

---------------------------------------------------------------------------------------------

Opdrachten  (kies één van deze opdrachten of deel de klas op)
  • LEDEMATEN Dans 
    Gebruik wanneer mogelijk het speellokaal of zet de bankjes aan de kant.

    Opwarming:
    De leerlingen staan verspreid door de ruimte. Iedere keer geef je ze een andere opdracht. Bouw de dans langzaam op van kleine bewegingen naar steeds grotere bewegingen. Het is leuk om muziek aan te zetten. Kies bijvoorbeeld muziek uit de voorstelling Stuntkont (te vinden op de tegel muziek). 

    - Dans met alleen je vingers 
    - Dans met alleen je handen
    - Dans met alleen je armen 
    - Dans met je hoofd 
    - Dans met alleen je tong
    - Dans met je heupen 
    - Dans met één voet 
    - Dans alleen met je benen 
    - Dans met enkel je onderlichaam / bovenlichaam
    - Dans met je hele lichaam 

    In groepjes:
    Deel de klas op in groepjes van ongeveer vijf kinderen. Geef ze de opdracht om zelf een ledematendans te maken. De kinderen kunnen weer werken van kleine bewegingen naar hele grote bewegingen.

    Presentatie: 
    Vraag de groepjes om hun dans te presenteren. Geef ze een podium, zet de muziek aan en geef na afloop een goed applaus. 

  • een bijzonder portret tekenen 

Deel tekenpapier uit en kleurpotloden. De kinderen gaan zichzelf tekenen. Maar welke versie van zichzelf? Ze kunnen kiezen uit vier opties:

1. Teken jezelf toen je nog in de buik van je moeder zat. Hoe zag dat eruit? 

2. Teken jezelf toen je een klein kindje was. Wat was je aan het doen? 

3. Teken jezelf zoals je nu bent. Waar hou je van om te doen? 

4. Teken jezelf als je oud bent. Hoe ziet je leven er dan uit? 

Vraag ze het hele blad te gebruiken. 

Presentatie: 
Laat het werk aan elkaar zien. De tekeningen kunnen als een expositie op de tafels gelegd worden. Laat de kinderen rondlopen en de werkjes bekijken. Bespreek samen: Welke tekening vind jij bijzonder? Bij welke tekening spreken de kleuren jou aan? Van welke tekening word je blij? Van welke tekening word je verdrietig? Geef beurten. 

  • een elfje schrijven over jouw lichaam

Schrijf een gedicht over jouw lichaam. Het type gedicht dat je gaat schrijven is een elfje. Een elfje bestaat uit elf woorden en vijf regels. Op de eerst regel staat één woord. Op de tweede regel staan twee woorden, op de derde regel drie woorden, op de vierde regel vier woorden en op de vijfde regel staat weer één woord. De laatste regel moet het gedicht samenvatten in één woord. Denk dus goed na over die laatste regel. Als je nu die woorden bij elkaar optelt, zul je zien dat je precies elf woorden hebt. 

Voorbeeld: 

 Jij 
Lief lichaam 
Soepel en sterk 
Straks oud en wijs 
Ik

Als kinderen het lastig vinden, kunnen ze woorden uit dit rijtje gebruiken voor hun elfje: rennen / springen / duiken / liggen / staan / huppelen / dansen / bewegen / lopen / sterk / soepel / lenig / lang / kort / hoog / laag / handen / knieën / voeten / tong etc.

Presentatie: Vraag de leerlingen wie het leuk vindt om een elfje voor te lezen.          Eventueel kun je daar zelf natuurlijk bij helpen. 

Bovenbouw

Thema’s:

  • Eigen kracht
  • Samenwerken
  • Plezier
  • Monochrome kleurschema's

Bereid jouw leerlingen voor door te vertellen dat bij de mannen van 155, die al sinds hun schooltijd bevriend zijn, samenwerken en gezamenlijk plezier maken de kern van hun werk is. Vraag de leerlingen voorbeelden te geven van het hebben van plezier in je eentje en plezier maken met anderen samen. Vraag aan de leerlingen hoe ze deze verschillen ervaren? Is er een voorkeur voor het één óf het ander of is het allebei leuk?

Open het onderwerp teamwork en heb het over individuele krachten die een groep/team nog sterker kunnen maken. Ga aan de slag met de volgende vragen; Wat is jouw kracht in een groep? Ben jij deel van een groep? Zou je deel van een groep willen zijn? Wat denk jij dat je aan een groep zou kunnen toevoegen? Wat is er nodig om deze vragen te beantwoorden?

Laten we op onderzoek gaan naar onze eigen krachten.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

LES DEEL 1

Lesprogramma 1e les (deel): (60 min)

  • 5 min. introductie
  • 15 min. Klokhuis aflevering bekijken: NTR | Het Klokhuis - Uitzending - Dansgroep 155
  • 20 min. nabespreken en warm-up opdracht
  • 5 min. hoofdopdracht uitleggen 
  • 15 min. starten met voorbereiding hiervan: ontwerpen / schetsen / materiaal verzamelen

 

Warm-up opdracht: carrousel mindmap “Wat zijn jouw unieke krachten?”


Benodigdheden:

  • Stiften (per leerling 1 kleur)
  • A4 papier

Elke leerling krijgt een wit blaadje en kiest één gekleurde stift. 

Schrijf je eigen naam in het midden van het blaadje met een cirkel om je naam heen en laat het blaadje en de gekleurde stift liggen op je eigen tafel. 

Elke leerling gaat nu de tafels langs en op elk blaadje van elke klasgenoot schrijven ze op wat die klasgenoot goed kan. Dit gebeurt aan de tafel van die klasgenoot en elke leerling gebruikt hiervoor de gekleurde stift bij het blad. (De blaadjes en stiften blijven dus liggen.) Laat de leerlingen beginnen bij hun eigen tafelgroep en vraag ze daarna ook langs de andere groepen te gaan tot elke leerling langs iedere tafel geweest is. 

(let erop dat iedereen dit serieus en met een positieve intentie doet)

Aandachtspunten voor de leerlingen:

Wat is zijn of haar kracht? Welke kracht mis je nog op het blaadje?

Als iedereen klaar is gaan de leerlingen terug naar hun eigen tafel en lezen ze eerst voor zichzelf wat er op hun blaadje staat voordat zij dit met hun tafelgroepje bespreken.

Leerlingen bespreken met hun tafelgroepje het volgende:

  1. Welke kracht had je niet verwacht?
  2. Welke kracht vind je het leukst?
  3. Welke kracht mis je nog op je blaadje?

Laat de leerlingen het blaadje in hun dummy plakken!

---------------------------------------------------------------------------------------------

Voorbereiding Hoofdopdracht: Bedenk jouw poster ontwerp


Benodigdheden:

  • potloden, stiften
  • eigen dummy (of A4 papier)

Ga (in jouw dummy) aan de slag met jouw ideeën voor het ontwerp van jouw poster. 

Gebruik hiervoor verschillende methodes zoals bijvoorbeeld:

  • de (mogelijke) indeling van jouw poster schetsen
  • plaatjes en/of woorden uit tijdschriften knippen
  • notities maken
  • vlakken maken van/met gekleurd papier

Let op: In deze onderzoeksfase maak je nog niets definitief.

---------------------------------------------------------------------------------------------

LES DEEL 2

Lesprogramma 2e les(deel): (60 Min)

  • 5 min. Introductie + terugblik vorige les(deel)
  • 10 min. Leerlingen bekijken hun ontwerpideeën / schetsen / verzameld materiaal en verfijnen dit of maken hier een concreet ontwerp idee van 
  • 45 min. poster maken
Hoofdopdracht:  Maak een poster

Benodigdheden: 

  • A3 papier of A2
  • Potloden, stiften, krijt of verf
  • Scharen en lijm
  • Tijdschriften
  • Gekleurd papier 
  • Gekleurd tape

Deze les gaat over iets dat jij goed kan en graag doet. Dat is jouw eigen kracht. Je kunt hierbij denken aan dat je bijvoorbeeld graag iemand helpt, goed kunt luisteren, soepel kunt dansen, graag en lekker kookt, mooie schilderijen of grappen maakt en nog veel meer dingen waar jij in uitblinkt. We hebben samen de klokhuis aflevering van 155 bekeken en hebben gezien hoe de dansers elkaars kracht waarderen en versterken. Dit kan alleen maar omdat ook elk van hen zijn eigen krachten kent en gebruikt in de groep. De 155 danser Rein maakt voor elke nieuwe show die de groep samen gemaakt heeft een poster.

Jullie gaan ook een poster maken. Een poster waarop jouw eigen kracht centraal staat.

Deze 2D poster mag jij maken met potloden, stiften, krijt, verf, plaatjes en woorden uit tijdschriften, gekleurd papier en gekleurd tape. 

Monochrome kleurschema's
Mono wat? Monochroom betekent dat je één basiskleur gebruikt, in verschillende tinten. Dat hebben ze bij Stuntkont namelijk ook gedaan. Het hele decor is bijvoorbeeld in bruintinten, net als de kostuums. Bruin is er in: donkerbruin, kastanjebruin, chocoladebruin, beige, lichtbruin, geelbruin, zwartbruin en ga zo maar door. 

Kies zelf dan ook een kleur en maak je poster in het monochrome kleurschema van jouw kleur. Welke monochroom kleurschema kies jij? Bekijk hieronder nog wat voorbeelden:

Blauw - donkerblauw, lichtblauw, kobaltblauw, petrol, koningsblauw, babyblauw, nachtblauw en grijsblauw

Groen - avocado groen, appelgroen, aquamarijn, donkergroen, grasgroen en dennengroen

Rood - Vuurrood, signaalrood, karmijnrood, robijnrood, purperrood en wijnrood

Presentatie: 

Hang de posters (minstens een week) op in de klas en verwijs bij groepswerk met regelmaat naar specifieke relevante kwaliteiten. 

achtergrondinformatie

Soms zijn er kinderen die het spannend vinden of ouders die vragen hebben over de voorstelling. Deze achtergrondinformatie kun je samen bekijken of delen voorafgaand aan het bezoek:

VOOR KINDEREN

In de voorstelling Stuntkont onderzoeken de spelers hun eigen lichaam. Wat kan het lichaam allemaal en wat kunnen zij ermee doen? Eigenlijk net als veel kinderen zich wel eens afvragen. Wat gebeurt er als ik heel lang op mijn kop ga hangen? Met welke lichaamsdelen kan ik allemaal een scheet fabriceren? Hoe smaakt mij eigen snot? Kan ik het alfabet boeren? Waar mag ik dat doen en waar mag ik zulke dingen niet doen? Hoe reageren anderen op mij als ik iets geks zeg of roep? Wanneer is het grappig en wanneer schaam ik mij er toch een beetje voor?

De acteurs in deze voorstelling kennen elkaar al vanaf dat ze kind zijn en het lijkt soms wel alsof ze nooit groot geworden zijn. Ze stellen veel vragen: waarom mag dat wel maar dat niet? Wat is stout? Wat is nou normaal en wat is gek?  

Voor leerkrachten, ouders en begeleiders

Bij Maas theater en dans vieren we de onbevangenheid en de verbeelding van kinderen. In het werk dat we presenteren en maken worden door kunstenaars regelmatig vragen gesteld over wie en wat je als kind wel en niet mag zijn, hoe je je als kind moet gedragen en wie deze regels eigenlijk maakt. Net als kunstenaars stellen kinderen vaak veel vragen bij waarom iets wel of niet mag, wel of niet stout is, stom of beschamend is. Doordat zij reageren vanuit hun hart zien zij vaak de grap, mogelijkheden, oplossingen of toekomsten in situaties die wij als volwassenen als gevaarlijk of onmogelijk beschouwen. Dit geeft ons hoop. 

In de voorstelling Stuntkont van 155 onderzoeken de performers wat hun lichamen allemaal kunnen en doen. Zij doen dit vanuit de overtuiging dat kinderen dit ook voortdurend doen en dat dat ontwapenend is. Zij schamen zich nog niet voor hun lichaam en haar functies. Dit confronteert volwassenen met alles wat wij hen en onszelf afleren of als we opgroeien als gek, raar of vies gaan beschouwen. De mannen van 155 willen spelen, niet opgroeien of zich gedragen. Als vrienden onder elkaar zoeken zij in Stuntkont de grenzen op, vanuit een voorliefde voor absurdisme.

155 maakt o.a. ook sketches voor Het Klokhuis. Voor deze voorstelling is een belangrijke referentie een ander welbekend kinderprogramma uit hun eigen jeugd, namelijk Purno de Purno. Dit is een computeranimatieserie voor kinderen en volwassenen waarin Purno in zijn paarse schaatspak de gekste avonturen beleeft met zijn matties. De serie bracht nogal wat teweeg vanwege de dubbelzinnigheden en seksgerelateerde grappen, die door ouders wel en door kinderen vaak niet werden gezien en begrepen. Ook Stuntkont speelt bij momenten met dubbelzinnigheid. Ook Maas presenteert werk dat verschillende lagen bevat; sommige lagen zitten erin voor de kinderen, anderen voor volwassenen. Kinderen kijken anders naar een voorstelling, vaak meer vanuit de ontdekking en minder vanuit de lading die volwassenen aan bepaalde bewegingen, gebaren of lichaamsdelen geven. Door dit spanningsveld op te zoeken wil 155 ook commentaar leveren op de mate waarin alles in onze maatschappij geseksualiseerd wordt. 

Maas theater en dans maakt op deze website gebruik van cookies. We gebruiken cookies voor het bijhouden van statistieken (de cookies van Google Analytics zijn volledig geanonimiseerd), om voorkeuren op te slaan, en voor marketingdoeleinden. Door op 'optimale cookies' te klikken, ga je akkoord met het gebruik van alle cookies zoals omschreven in onze cookie verklaring. Je hebt ook de keuze voor 'minimale cookies', als je dit liever niet hebt. 

Filter op:

Er zijn geen resultaten gevonden. Probeer het eens met een andere zoekterm?

Er zijn geen resultaten met dit filter. Pas het filter aan of probeer het eens met een andere zoekterm?