Overconsumptie
We kennen het allemaal; Black Friday, Super Sale, uitverkoop, Hamsteren! Etc. Allerlei acties om zo veel mogelijk te kopen. En dit overmatige koopgedrag veroorzaakt overconsumptie. Het effect van overconsumptie is één van de inspiratiebronnen en beweegredenen geweest voor Cecilia Moisio om deze voorstelling te maken.
Dingen kopen op zich is niet erg en zeker ook wel eens nodig. Het gaat mis wanneer we dingen gaan kopen die niet nodig zijn. Dan ontstaat er overconsumptie. Door dit soort acties gaan mensen impuls aankopen doen en dingen overmatig aanschaffen. Dit leidt dan weer tot een enorme hoeveelheid afval. En wat moeten we daar mee?
De gevolgen van deze overconsumptie:
Deze overconsumptie heeft flink negatieve gevolgen voor de planeet. Het maken en vervoeren van de producten zorgen voor de meest negatieve impact. Voor het maken van één katoenen T-shirt is bijvoorbeeld al 2700 liter water nodig. Hier kan een mens 2,5 jaar van drinken. Ook is er veel land nodig voor de productie van katoen waardoor er veel bossen worden gekapt en er natuurgebieden verdwijnen. Voor het produceren van producten wordt vaak plastic gebruikt. Al dit plastic wordt gemaakt van aardolie en dit wordt weer uit de grond geboord. Ook synthetische stoffen worden gemaakt van aardolie. Hoe meer we kopen hoe sneller deze grondstoffen opraken. Het transporteren, produceren en zélfs het runnen van de websites voor al deze producten zorgen voor enorm veel CO2-uitstoot.
Volgens cijfers van Zifera.io, stoot elk pagina bezoek op een website gemiddeld 0,5 gram CO2 uit. Dus een website met gemiddeld 100.000 bezoekers per maand, denk bijvoorbeeld aan de website van Zara, stoot ongeveer 600 kilo CO2 uit per jaar. Dit is gelijk aan een vlucht van 3000 kilometer. Als we het dan toch over cijfers hebben kunnen we de confronterende cijfers van alleen al de transportsector erbij pakken. Het CBS meldt dat in 2022 de Nederlandse transportsector 24 miljard kilogram CO2-broeikasgassen of gelijkwaardig vervuilende stoffen uitstootte. Waarvan 40% door de luchtvaart en 26% door vervoer over land.
Naast het uitstoten van CO2 en het verbruiken van grondstoffen zorgt de overconsumptie voor nog een groot probleem. Namelijk al dat afval. Nederlanders kopen gemiddeld 46 kledingstukken per jaar en gooien er zo’n 40 per jaar weg. Volgens de cijfers van het CBS produceren we in Nederland gemiddeld 500 kilo afval per jaar per persoon. Dat is ontzettend veel.
En wat gebeurt er dan met al dat afval? Alle onze afval die niet kan worden gerecycled wordt verbrand. Naast dat er hiervan stroom wordt opgewekt komen er ook veel schadelijke stoffen vrij bij deze verbranding.
De VPRO plaatste in oktober een artikel genaamd ‘Welkom in de wegwerpmaatschappij: waar je alles wegflikkert waar je op bent uitgekeken’ door Tara Vierbergen. Hierin werd blootgesteld wat er met veel van onze kleding gebeurt.
Veel van alle weggegooide kleding komt terecht op de Kantamanto markt in Accra, Ghana. Dit is een van de grootste tweedehands kledingmarkten van Afrika. Hier komen wekelijks 100 zeecontainers aan met ongeveer 15 miljoen afgedankte kledingstukken uit het Westen erin. Bijna al deze kleding is tegenwoordig van enorm slechte kwaliteit gemaakt waardoor er zo’n 40 procent van deze kleren de markt verlaat als afval. Een deel hiervan komt vervolgens door open riolering in de zee terecht, waarna het weer aanspoelt op de stranden van Accra. Het andere deel belandt op officiële en illegale stortplaatsen. Aan de oever van de Korle Lagoon in Ghana ligt de hoogste kledingberg van wel 20 meter hoog. Op de bergtop loopt vee wat wanhopig op zoek is naar een beetje gras.
Naast de kledingbergen in Accra zijn er daar ook nog eens enorme stortplaatsen vol elektronisch afval. De grootste daarvan genaamd Agbogbloshie. Een groot gedeelte van de 56 miljard kilo elektronisch afval wat er wereldwijd jaarlijks wordt geproduceerd belandt op die stortplaatsen in Accra. Om een betere voorstelling bij dit getal te krijgen maakt The World Counts, destijds nog uitgaande van 50 miljard kilo per jaar, dit sommetje: ’50 miljard kilo e-waste per jaar staat gelijk aan het weggooien van duizend laptops per seconde’.
Op deze dystopische stortplaatsen zoals Agbogbloshie werken piepjonge mensen die door al die massa’s elektronische troep opzoek zijn naar materialen die geld op kunnen leveren. Ze struinen daar samen met koeien en schapen die daar met open wonden tevergeefs opzoek zijn naar eten. De mensen die hier werken lopen ernstige fysieke klachten op en een groot deel overlijdt op jonge leeftijd aan kanker door de luchtverontreiniging op deze plekken.
Met een waarschuwing voor gevoelige beelden, kun je foto’s googelen van deze plekken om te zien hoe verschrikkelijk het hieraan toegaat.
Al met al is deze overconsumptie een vreselijke oorzaak van hele nare gevolgen. Om dit tegen te gaan zijn er enorme veranderingen nodig. Een van deze veranderingen zou een circulaire economie stimuleren. Dat betekent dat je in plaats van: kopen, gebruiken en dan afdanken, gaat naar kopen, gebruiken, repareren. Hierdoor hoeft er niet gelijk een nieuw product te komen maar kan iets gemaakt worden of kan er een klein onderdeel worden vervangen.
Ook kunnen we meer van elkaar gaan lenen of delen. Je koopt alleen als je echt niet anders kan. En dan hopelijk tweedehands!