COLUMN #19: THEATRAAL BUNGEEJUMPEN
Op 1 januari 2021 werd ik officieel artistiek directeur van Maas theater en dans en het voelt als de dag van gisteren dat ik een fiets kreeg en een mok met ‘wat denk je zelf’ erop gedrukt. Inmiddels heeft een acteur mijn fiets geleend en nooit terug gebracht en wordt mijn personal mug door heel Maas gebruikt. Het komt regelmatig voor dat ik een Maas-collega een dringende vraag stel die dan als reactie ostentatief uit mijn mok gaat drinken. “Wat denk je zelf?”. Ik krijg mijn eigen grap keihard terug and I love it.
De laatste twee jaar voelen als een ritje in een achtbaan, als een heel kunstenplan beleefd in één dag. Met veel vallen en veel opstaan. Soms energiek en terugverend maar ook regelmatig vermoeid overeind krabbelend. Eerlijk gezegd denk ik soms: “Ik blijf ff een tijdje liggen.” Maar dan komen er toch weer te leuke plannen voorbij van te leuke mensen, maakt er toch weer iemand een gevatte opmerking en voor je het weet ben ik weer overeind verleidt. En let’s face it, de hele wereld ligt op z’n gat. Dan zou het zorgwekkend zijn als bij Maas alles op rolletjes zou lopen. Toch. We zijn toch onderdeel van de wereld. Een spiegel, een raam.
Maas van toen is niet meer het Maas van nu. En dat is maar goed ook! Als alles verandert, dan wij ook. Wild, onstuimig, dwars en energiek. Als de groeistuipen van een puber of de mood swings van een driejarige. Er is niks mis met ons. Al kan ik dat soms denken. We zijn een reflectie van deze tijd. Laten we comfortabel worden in het oncomfortabel zijn, zekerheid vinden in onzekerheid en rust in de chaos.
Dat is het waar kunst maken om draait: ergens aan beginnen waar je het eindresultaat nog niet van kent. Risico’s nemen. In het diepe springen. Producten verkopen die nog niet af zijn of waar het publiek niet van wist dat het er op zat te wachten. Processen managen die voortdurend veranderen, alsof je een stuk zeep probeert vast te pakken. Eigenlijk is Maas een club van thrill seekers en doen we niks anders dan een potje theatraal bungeejumpen, of artistiek abseilen. Daar moet je dapper voor zijn en veel moed voor hebben. Onverschrokken.
Voorwaarde om dit te doen is wel dat er mensen zijn die achter je staan. Die onvoorwaardelijk in je geloven. Zodat je, voor je in het diepe springt, achterom kan kijken en daar iemand staat die een welgemeende duim op steekt. “Wat er ook gebeurt, ik ben er voor je”.
Zo iemand gun ik jullie allemaal, ter aller tijden. Dat wens ik ons allen toe in dit nieuwe jaar.
Laten we er voor elkaar zijn. De storm is nog niet voorbij.